Bakker Miriam Staffhorst: 'Weet niet zeker of ik het ga redden'

Pas vanaf het tweede kwartaal van 2023 kunnen ondernemers uit het midden- en kleinbedrijf die veel geld kwijt zijn aan energie daar compensatie vanuit de overheid voor krijgen. Dat is wel erg laat, vindt bakker Miriam Staffhorst. “Als je al maanden bezig bent om het gat op te vangen, gaat het bij sommige bakkerijen echt om tonnen."
Tot nu toe zijn de kostenstijgingen voor Staffhorst nog te overzien. Maar ze wacht met spanning af tot januari. Want dan krijgt ze een nieuw aanbod van haar energieleverancier. “En we weten dus niet wat we kunnen verwachten. Wordt het een vervijfvoudiging, een verzevenvoudiging, een vertienvoudiging?”
Aanpassen
Minister van Economische Zaken Micky Adriaansens zei onlangs bij talkshow Jinek dat de overheid ondernemers “niet teveel moet laten wennen” aan het idee dat ze compensatie krijgen. “Ze zullen zich op de situatie moeten aanpassen. Dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld door een nieuwe oven te kopen, andere producten te maken, prijzen te verhogen of andere afspraken met afnemers te maken.”
Maar dat deden ondernemers al, zegt Staffhorst. “En dat hoort ook bij ondernemen, dat je meeschakelt met de veranderingen die er zijn. Maar ik vind de enorme piek die de energiekosten nu maken zo extreem, dat valt buiten het ondernemersrisico. Daar hebben we de overheid voor nodig, ook om te weten waar we aan toe zijn.”
Bijna niet te doen
De bakkerij van Staffhorst is al gasloos en veel andere bakkerijen zijn aan het omschakelen, ziet ze. “Daarbij lopen we wel tegen allerlei problemen aan, zoals dat het moeilijk is om aansluitingen op industrieparken voor energie te regelen en dat de opbrengsten van zonnepanelen niet toereikend zijn.”
Daar komt nog bij dat veel ondernemers hele hoge lasten dragen van hun investeringen in duurzame energie, zegt ze. “Als daarbovenop de kosten voor grondstoffen, personeel en energie zich opstapelen, is een bedrijf bijna niet meer vlot te trekken.”
Goedkopere broodjes
Staffhorst vindt het belangrijk dat haar klanten, die zelf ook een steeds krapper budget hebben, lokaal kunnen blijven winkelen. “Dat is wat de middenstand in de steden en dorpen moet zijn. Dat wij er voor iedereen zijn en dat iedereen onze producten kan betalen.” Daarom richt ze zich tegenwoordig vooral nog op de goedkopere producten en minder op de duurdere baksels.
Het is een reële mogelijkheid dat haar bakkerij op gegeven moment dicht zou moeten, zegt ze. “Als je een rekensommetje maakt en het is voor lange tijd niet vol te houden, moet je misschien tijdelijk of helemaal sluiten. Want andere lasten lopen ook door. Vanaf januari wordt het voor mij spannend.”