Brengt AI ons in gevaar? Vooral middelbaar opgeleiden maken zich zorgen

10 mei 2023 · Leestijd 3 min

De helft van de Nederlanders maakt zich zorgen om de veranderingen die door kunstmatige intelligentie gaan plaatsvinden (51%). Dat blijkt uit onderzoek van Dit is de Kwestie (EO). Opvallend is dat vooral middelbaar opgeleiden die de gevaren van AI vrezen.

Hoe denkt Nederland over kunstmatige intelligentie? Dit is de Kwestie (EO) vroeg het aan 1.500 Nederlanders samen met onderzoeksbureau DataIM.

Kunstmatige intelligentie, ook wel AI genoemd, is nog vrij onbekend in Nederland. Het afgelopen jaar heeft slechts 1 op de 5 Nederlanders een AI-programma gebruikt. ChatGPT, een soort chatbot die AI-gegenereerde content maakt, wordt het meest gebruikt (15,6%). Bing Chat, een soortgelijk progamma, wordt door 2% gebruikt. En Grammarly, een tool die helpt om Engelse teksten te verbeteren, wordt door 4,7% gebruikt.

Vooral middelbaar opgeleiden maken zich zorgen

En onbekend maakt onbemind, want de helft van de Nederlanders maakt zich zorgen om de veranderingen die door kunstmatige intelligentie gaan plaatsvinden (51%). Opvallend is dat het vooral middelbaar opgeleiden zijn die de opkomst van kunstmatige intelligentie vrezen. Zo maakt 54,4% van de middelbaar opgeleiden zich zorgen over de veranderingen die door AI gaan plaatsvinden, al liggen de cijfers vrij dicht bij elkaar. Van de laagopgeleiden maakt 49,3% zich zorgen, tegenover 46,9% van de hoogopgeleiden.

Ook zijn het vooral middelbaar opgeleiden die bang zijn dat ze hun baan verliezen door de opkomst van kunstmatige intelligentie (14%). Van de laagopgeleiden vrezen 9% voor hun baan en van de hoogopgeleiden 11%.

Even op pauze

Verder wil ruim 4 op de 10 Nederlanders dat de ontwikkeling van AI tijdelijk wordt gestopt totdat de risico’s duidelijk zijn (42%).

Ook hier zijn het vooral middelbaar opgeleiden die het met deze stelling eens zijn: 48,4%. Van de laagopgeleiden is 45,4% het hiermee eens. Van de hoogopgeleiden is dit 34,5%.

Disclaimer: De EO verkiest doorgaans in zijn uitingen de termen praktisch en theoretisch opgeleid boven de drie opleidingsniveaus laag, middelbaar, hoog. De termen praktisch en theoretisch opgeleid vormen een gelijkwaardige typering die meer kwalitatief van aard is. In dit artikel wijkt de EO hiervan af aangezien deze indeling onvoldoende onderscheidend is om de houding van Nederlanders ten opzichte van AI te beschrijven. Het handelt daarmee in lijn met het CBS dat eveneens stelt dat de termen praktisch en theoretisch opgeleid niet altijd toereikend zijn om de indeling op basis van onderwijsniveau te vervangen.

Is kunstmatige intelligentie een gevaar of juist een kans? Die vraag staat woensdag 10 mei centraal in Dit is de Kwestie (EO), om 22:17 op NPO 2. Na afloop is de uitzending terug te zien op NPO Start.