Burgemeester Jos Wienen: ‘Er moet een basiscapaciteit aan opvangplekken komen’

Jos Wienen, burgemeester van Haarlem en oud-voorzitter van de asielcommissie van Vereniging van Nederlandse Gemeenten, pleit voor een basiscapaciteit aan opvangplekken en vindt dat gemeentes meer hun best moeten doen om statushouders te huisvesten.
Hij pleit voor een verdeling van opvangcentra door Nederland, dat wordt beheerd door het COA. De grootte van deze voorzieningen per regio zou moeten bepaald worden op basis van inwonertallen. Ook pleit hij voor wat grotere opvangcentra zodat je tijdens een instroompiek ook veel mensen kan opvangen. “Zo kun je duizenden mensen opvangen zonder dat dit direct leidt tot enorme spanning en problemen.”
Dit betekent ook dat er veel meer personeel bij uitvoeringsinstanties aangenomen moeten worden, iets waar nu een flink tekort aan is. “Het COA, maar ook het IND, kunnen niet in korte tijd veel mensen aannemen. Bovendien wil je mensen hebben die kennis hebben over hoe je opvang aanpakt.”
Statushouders
Ook vindt hij dat gemeenten beter hun best moeten doen om statushouders te huisvesten. Iets waartoe ze nu naar rato worden verplicht, maar niet in elke gemeente lukt. “In de basis is het idee perfect, iedere gemeente heeft een gelijke opgave. Alleen als gemeenten moeten we aan de bak om dit beter te doen. Ook provincies moeten hier beter toezicht op houden.”
Als statushouders geen huis kunnen vinden, is dit niet bevorderlijk voor de doorstroming vanuit azc’s. “Sommige gemeenten scoren erg slecht”, zegt Wienen. Als voorbeeld noemt hij gemeente Amsterdam: “Als zij aan haar opgave zou voldoen, hoefden er in Ter Apel geen mensen buiten te slapen.”
Ook vindt hij dat er meer moet nagedacht worden over flexibele oplossingen, die als het nodig is snel kunnen worden ingezet. “Nu bedenken we dat pas op het moment dat de nood aan de man is. Als je daar vooraf over nadenkt, zijn de voorbereidingen al getroffen en kun je het snel realiseren.”
Geld
Hij vindt het onvoorstelbaar dat Nederland opnieuw in een opvangcrisis zit en er in allerijl naar oplossingen moet worden gezocht. "Het grootste probleem is dat wij in Nederland een systeem hebben dat er geld op tafel wordt gelegd als vluchtelingen ons land in komen, maar het wordt ingeleverd als de instroom weer afneemt.”
Volgens Wienen is het op de lange termijn goedkoper om een basiscapaciteit aan opvang en personeel te hebben, dan op stel en sprong noodmaatregelen te moeten nemen als de instroom te hoog is. “Op de lange duur gemeten kost het minder geld dan als je het met bakken moet uitgeven als de nood aan de man is, en je het vervolgens weer moet afbouwen.”
In de loop van de tijd is er in Nederland aardig wat opvangcapaciteit gecreëerd, zegt hij. “Maar iedere keer als het wat minder druk was, werd het weer afgestoten en dat gaf veel maatschappelijke onrust. Het openen en sluiten leidt tot gebrek aan draagvlak.”