Directeur Stichting Tegen Zinloos Geweld: 'Het is vooral belangrijk dat je van een straf leert'

31 januari 2023 · Leestijd 3 min

Zwaardere straffen zijn niet de oplossing voor het toenemende geweld tegen hulpverleners, vindt Bart Wisbrun, directeur en oprichter van Stichting Tegen Zinloos Geweld. "Mensen worden niet beter van opsluiting."

Dinsdag boden verschillende hulpverleners, waaronder politieagenten, ambulancepersoneel en zorgpersoneel, een petitie aan in de Tweede Kamer waarin ze pleiten voor een minimumstraf van vier weken gevangenisstraf bij geweld tegen hulpverleners.

Wisbrun vraagt zich af of dit dé manier is. "Ik zie andere mogelijkheden om mensen bewuster te maken", zegt hij. "Ik denk niet dat zwaarder straffen en opsluiting de oplossing is."

Iemand opsluiten heeft geen zin, denkt hij. "Ik denk niet dat mensen er beter van worden als ze niet worden geconfronteerd in hun omgeving met wat ze anderen hebben aangedaan. Je kan beter laten zien dat je fout bent geweest, dan dat je wordt weggestopt achter een deurtje."

Andere invulling

Zo kan je een verplichte straf van vier weken ook anders invullen, zegt hij: "Je kan ook zeggen: ga vier weken maatschappelijke invulling geven ter ondersteuning van wat je mensen hebt aangedaan. Of ga het gesprek aan. Als je je elke dag moet melden, kan dat net zo vervelend zijn als dat je in de gevangenis zit."

Het is vooral belangrijk dat je ervan leert, vindt hij: "Dat je wordt geconfronteerd met je omgeving en dat je een maatschappelijk doel dient. Door bijvoorbeeld het gesprek aan te gaan met mensen die slachtoffer zijn geworden."

Hulpverleners geven aan ontevreden te zijn met de straf die de dader uiteindelijk wordt opgelegd. "Geweldpleging kan je niet meer terugdraaien. Als je dan kijkt naar strafrecht, is het natuurlijk nooit genoeg. Maar iedereen moet wel een kans krijgen om dingen te kunnen herstellen."

Bewustwording onder jongeren

In haar werk zet de stichting zich vooral in op het creëren van meer bewustwording onder jongeren: "We willen laten zien dat het altijd beter en anders kan. Dat je ook voor je zelf kan nadenken en weet wat de risico’s en gevolgen van iets zijn."

Want juist kinderen en jongeren kan je invulling en informatie geven waar ze nog iets mee kunnen doen, meent hij. "Wetenschappelijk is aangetoond dat je op zestiende of zeventiende al wel bent gevormd en dat het moeilijk is daar nog een kwinkslag in te krijgen."