Directeur uitzendbureau: 'Laat Filipijnse arbeidsmigranten tekort in Nederlandse zorg opvullen'

Deze maand arriveren de eerste Filipijnse verpleegkundigen naar Nederland. Het gaat om zo'n tien mensen. Onvoorbereid komen ze niet: "Ze hebben de Nederlandse taal geleerd en op B2-niveau onder de knie. Daarnaast hebben ze een training Nederlandse zorg gevolgd, die ze moeten afronden met de BIG-toets, om aan het werk te mogen in de Nederlandse zorg."

Ook hebben ze cultuurtrainingen gehad, zegt Van Gool:" Daar leren ze bijvoorbeeld hoe Nederlanders onderling met elkaar omgaan. "In de Filipijnen zijn ze heel gastvrij, maar ze moeten ook leren hoe ze een weerwoord kunnen geven aan de Nederlandse directheid."

Wat het project zo waardevol maakt, is volgens Van Gool de wederzijdse belangen. "Ze komen tijdelijk naar Nederland en uiteindelijk gaan ze weer terug naar de Filipijnen. We werken samen met Filipijnse ziekenhuizen en die geven aan dat ze blij zijn dat hun mensen hier assertiever van worden. Bovendien groeit de welvaart omdat ze hun inkomsten ook naar het thuisfront zullen opsturen. Het is dus niet alleen goed voor de Nederlandse gezondheidszorg, maar ook voor het thuisland."

Een vraag die veel wordt gesteld, is: waarom wordt er niet eerst gekeken naar mogelijkheden voor het inzetten van migranten die al in Nederland wonen? "Ik ken ziekenhuizen die zeggen het al te hebben geprobeerd en die het niet voor elkaar kregen. Wij zijn gespecialiseerd om mensen van buiten Nederland te halen. Ook hebben we goede ervaringen met mensen uit Spanje voor gehandicaptenzorg. In ziekenhuizen kijken we verder omdat er meer deskundige mensen zijn", aldus Van Gool.

Toch kan het introduceren van arbeidsmigranten voor moeilijkheden zorgen: bijvoorbeeld bij het inwerken in het ziekenhuis, wat zorgpersoneel veel tijd kan kosten. "Het is lastig, maar dat wil niet zeggen dat je het dan niet hoeft te doen. Mensen zijn ontzettend gemotiveerd. In Duitsland, waar de cultuur op onze cultuur lijkt, gaat het ontzettend goed. Duitsland heeft zelfs een prioriteitlijn geopend voor Filipijnen zodat ze versneld aan het werk kunnen. Als het daar wel zou lukken, waarom zou het hier dan niet lukken?"

In Nederland is 43 procent van de nieuwe instroom in de zorg na twee jaar weer weg, zegt Van Gool. "Met vakmigranten is dat minder dan 10 procent. Dat betekent dus dat de zorgprofessionals uiteindelijk minder tijd nodig hebben om mensen in te werken." Ook kaart Van Gool het belang van meerdere oplossingen aan. "Het is een én-én oplossing, gezien de tekorten moeten we niet te lang wachten. We moeten kijken naar welke oplossingen we op dit moment kunnen aanpakken voor toekomstbestendige gezondheidszorg."