Gerard Tertoolen, verkeerspsycholoog: 'Automobilisten vinden het frustrerend om zich te moeten inhouden'

Waar veel automobilisten zich eerder netjes aan de snelheidsverlaging hielden, ziet verkeerspsycholoog Gerard Tertoolen veel mensen alweer gas geven op de snelweg.
Hij snapt dat bij veel automobilisten de wens leeft om harder te mogen rijden. “De auto is nu eenmaal gemaakt voor wat hogere snelheden dan 100 kilometer per uur. Veel mensen willen zo snel mogelijk van de één naar de andere plek en dan moet je je behoorlijk inhouden tegenwoordig. Dat vinden ze frustrerend.”
Veel tijdswinst scheelt het echter niet, zegt de verkeerspsycholoog. “Het zit hem vooral in de beleving. Je kan nooit non-stop 130 rijden omdat je vaak moet afremmen en op sommige stukken langzamer moet. Als je dat optelt, scheelt het qua tijd niet zoveel. Maar als jij een lege snelweg voor je hebt en je mag maar 100, dan voelt dat voor veel automobilisten niet goed.”
Op dit moment ziet Tertoolen dat veel automobilisten al harder rijden dan de maximumsnelheid van 100 kilometer per uur. “Dat geeft wel aan dat ze dat willen.”
Hij ziet duidelijk twee groepen automobilisten. “De ene groep houdt zich echt aan de 100 kilometer. Dat zijn een flink aantal mensen die zich er wel echt aan houden. Zij zijn bang voor boetes of vinden gewoon dat het beter is voor het milieu. De andere groep rijdt alweer beduidend harder, zoals voor het werd ingevoerd.”
Toen de snelheidsverlaging werd ingevoerd, was er veel saamhorigheid in ons land vanwege de coronapandemie. “Op dat moment hielden veel mensen zich eraan”, zegt Tertoolen. “Maar die saamhorigheid van destijds is inmiddels weg. Ook heeft men langzaam maar zeker door dat er niet heel zwaar gecontroleerd wordt en durven ze het toch meer aan hun laars te lappen. En tegelijkertijd zijn wij ook gewoon kuddedieren. Als we zien dat andere mensen harder gaan rijden, gaan we zelf ook harder rijden.”