Paul de Krom van de VNCI: ‘Zonder overheidssteun verdwijnt de chemische industrie uit Nederland’
Om te kunnen verduurzamen, heeft de chemische industrie overheidssteun hard nodig, zegt Paul de Krom, voorzitter van de branchevereniging van de Koninklijke Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie. 'Als het risico te groot is, doen bedrijven het niet en gebeurt het elders.'
De vraag is gaan spelen nadat topman Hans van den Berg van staalconcern Tata Steel eerder in de uitzending van Geld of je Leven aangaf niet zonder steun van de overheid te kunnen om het bedrijf te verduurzamen.
Waarom is het volgens De Krom zo belangrijk dat de overheid meebetaalt aan vergroening? “Als je als bedrijf de investering niet rendabel krijgt of het risico is te groot, dan gaan bedrijven dat eenvoudigweg niet doen. Dat kan betekenen dat ze het in Nederland niet doen, maar dan weet je zeker dat het elders wel gebeurt.”
Het idee om de overheid in ruil voor steun meer zeggenschap geven over de investering, vindt hij geen goed idee. “Er moet transparantie over zijn, maar ik hoop niet dat de overheid gaat bepalen waarin we dan precies gaan investeren. Transparantie geeft duidelijkheid over wat er met het geld is gebeurd: waar gaat het naartoe en waar is het voor nodig?”
Opgave
De chemische industrie staat voor een enorme opgave de komende jaren, zegt hij. “We willen graag naar een duurzame, groene chemische industrie toe. Bij de grote bedrijven liggen de miljardeninvesteringen er al klaar. Maar het gaat niet alleen over grote multinationals, maar er zijn ook een heleboel mkb-bedrijven. Zij willen aan de slag en hebben de infrastructuur en groene energie nodig. We hebben hulp nodig om de onrendabele top wat in de markt niet terug is te verdienen, mee te financieren. Als je dat niet doet, betekent het eenvoudigweg dat die industrie uit Nederland verdwijnt.”
Hij zegt dat er hard voor geknokt moet worden om te zorgen dat groene waterstof in Nederland wordt ontwikkeld. “Ieder land is daar nu mee bezig. Als wij er in de toekomst nog een concurrentievoordeel uit willen halen voor ons allemaal, zullen we daar snel en zwaar op moeten in zetten. Daar moet nog voor worden ontwikkeld en daar hebben we die belastingeuro voor nodig. De allerbeste manier om te verzekeren dat die kennis in Nederland wordt toegepast, is om te zorgen dat het aantrekkelijk is om hier te investeren en niet elders.”