Verkeerspsycholoog: 'Autovrije wijken verplaatsen het probleem een paar straten verderop'

Op steeds meer plekken worden autovrije zones gemaakt. Maar verkeerspsycholoog Gerard Tertoolen gelooft daar niet zo in: "Dan parkeren de mensen hun auto honderd meter verderop in een woonwijk."
Door ruimtegebrek en luchtvervuiling worden we steeds kritischer op het autogebruik. Mede daardoor wordt op steeds meer plaatsen geëxperimenteerd met autovrije zones.
Maar die autoluwe zones zijn geen waterdichte oplossing, stelt Tertoolen in Dit is de Dag (NPO Radio 1). "Er ontstaat op sommige plekken een waterbedeffect: doordat mensen niet voor een school mogen parkeren, zetten ze hun auto iets verderop in een woonwijk neer, met alle nadelen van dien. Daar los je het probleem niet mee op. Het blijft dus een uitdaging om een goede balans te vinden tussen ruimtegebruik en mobiliteit."
Ruimtegebre
Steeds meer steden kampen met ruimtegebrek voor de auto. "Er is lange tijd een heel grote behoefte geweest aan meer auto’s", vertelt Tertoolen. "Daar is toen op ingespeeld. En er was relatief gezien ruimte genoeg geweest voor de auto. Nu zien we rond de drukke gebieden dat er problemen op het gebied van bereikbaarheid en ruimtetekort ontstaan."
Een oplossing die we in Utrecht zien, is de inzet op autoluwe wijken. Tertoolen: "Bij de bouw van zesduizend nieuwe huizen, is er amper ruimte meer voor de auto. Daar wordt er massaal ingezet op de fiets, met alle problemen van dien."