Wat is er nodig om de jeugdbescherming weer op de rails te krijgen?

Jeugdbeschermers zijn deze week begonnen met staken om aandacht te vragen voor de hoge werkdruk. Zo neemt het aantal gezinnen waar jeugdbeschermers verantwoordelijk voor zijn toe. Daardoor kunnen zij niet de goede zorg leveren die nodig is. Wat moet er gebeuren om de jeugdbescherming weer goed te laten werken en de werkdruk te verminderen?
De jeugdzorg kampt al jaren met problemen. Sinds de verantwoordelijkheid voor jeugdzorg in 2015 vanuit het Rijk werd overgeheveld naar gemeenten, is er noodgedwongen flink op bezuinigd. Ook zijn er grote verschillen ontstaan tussen gemeentes. Door gebrek aan hulpverleners en oplopende wachtlijsten, komen jongeren in de problemen en ontstaat er hoge werkdruk voor het personeel.
Ook jeugdbeschermer Tobias ervaart hoge werkdruk en vertelt over de situaties die hij tegenkomt. "Je leeft van crisis op crisis. Het gezin wat het stilste is blijft het langste op de wachtlijst staan." Hij stopt niet met staken tot er een plan in werking wordt gesteld:
Lees ook over:
Jeugdbeschermer Tobias over stakingen: 'Je leeft van crisis tot crisis'
Lisa Westerveld, GroenLinks-Kamerlid, vindt dat er nu concrete acties moeten komen in plaats van 'vage plannen' over de toekomstvisie op de jeugdbescherming:
Lees ook over:
Lisa Westerveld (GL) over stakingen jeugdzorg: 'Er moeten nu concrete oplossingen komen'
Rene Peters, CDA-Kamerlid, vindt dat de jeugdzorg te veel wordt behandeld als bedrijf, terwijl het een overheidstaak is:
Lees ook over:
CDA-Kamerlid René Peters: Jeugdzorg is een overheidstaak en kun je niet behandelen als markt
'Elke dag schipperen'
Janneke Drevel, jeugdbeschermer in Groningen, moet 11 jongeren begeleiden in een werkweek van 22 uur: 'Het is iedere dag schipperen'. Uit onderzoek is gebleken dat bij een werkweek van 36 uur maximaal 13 jongeren goed begeleid kunnen worden. Doordat er te weinig tijd is om kennis te maken en uit te leggen wat de stappen zijn die gezet worden, heerst er onrust bij jongeren en ouders. Deze onrust zorgt vervolgens weer voor verminderde motivatie om mee te werken.